Informatie voor hulpverleners

Net zoals verloskundigen kennis en vaardigheden hebben om normale zwangerschappen en bevallingen te begeleiden, mag verwacht worden dat geboortezorgmedewerkers kennis en vaardigheden hebben om normale borstvoedingssituaties te begeleiden (zoals hulp bij zorgvuldig aanleggen). Waar het afwijkt van het normale, verwijzen verloskundigen door naar gynaecologen. Als geboortezorgmedewerkers te maken hebben met afwijkende borstvoedingssituaties, is het de bedoeling dat zij doorverwijzen naar een lactatiekundige IBCLC zodat borstvoedende moeders en baby’s de gepaste, gespecialiseerde zorg kunnen krijgen bij hun probleem. (NVL, 2020)

Wanneer een lactatiekundige IBCLC inschakelen?

De lactatiekundige kan ingeschakeld worden als een borstvoedingssituatie afwijkt van de normale situatie, maar ook voor ‘normale’ borstvoedingssituaties als extra begeleiding noodzakelijk is. Voorbeelden van problemen waarbij de lactatiekundige hulp kan bieden zijn:

  • Onvoldoende melkinname;
  • Geelzucht;
  • Ernstige stuwing;
  • Overproductie;
  • Pijnlijke tepels;
  • Bacteriële infectie van de tepel;
  • Vagospasmen in de borst;
  • Melkblaren;
  • Verstopte melkkanalen en Mastitis;
  • Candida infecties en spruw.

Zoals u ziet kunt u een lactatiekundige inschakelen voor een grote diversiteit aan problemen. Belangrijk is vooral om niet te lang af te wachten, door tijdig contact op te nemen met de lactatiekundige kunnen veel (ergere) complicaties voorkomen worden wat de gezondheid en het welzijn van moeder en kind ten goede komt en de patiënttevredenheid verhoogd.

Naast hulp voor uw patiënten kunt u de lactatiekundige ook inschakelen voor maatwerk scholingen voor zorgpersoneel. Afhankelijk van de behoefte kunnen deze scholingen bestaan uit het vergroten van de kennis over borstvoeding, alsmede het aanleren van praktische vaardigheden. Beiden zijn immers van belang voor optimale borstvoedingsbegeleiding.

Hoe werkt doorverwijzen?

Borstvoedingscoach, vrijwilligers, lactatiekundige of IBCLC?

Door de grote diversiteit aan hulpverleners op het gebied van borstvoeding ziet men soms door de bomen het bos niet meer. Daarom hebben wij hieronder een kort overzicht gemaakt van de soorten hulpverleners en de belangrijkste onderlinge verschillen.

DE BORSTVOEDINGSCOACH

  • Heeft een specialisatie gevolgd in de borstvoedingsbegeleiding van de gezonde moeder en het gezonde kind (de fysiologie) in de eerste 14 dagen postpartum.
  • Doet examen binnen de gevolgde opleiding, en moet afhankelijk van haar opleidingseisen elke 3 jaar opnieuw certificeren met accreditatiepunten.
  • Geeft enkel voorlichting aan ouders.
  • Mag niet als zelfstandig beroepsbeoefenaar praktijk voeren, werkt uitsluitend in dienst van een organisatie of lactatiekundige IBCLC.

VRIJWILLIGERS

Naast professionele begeleiding zijn er in Nederland ook vrijwilligers die borstvoedingsbegeleiding geven. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld de Leidsters van La Leche League. Afhankelijk van de organisatie waarvoor de vrijwilligers inzetbaar zijn worden verschillende eisen gesteld aan hun kennis en kunde. Hun begeleiding is vooral gericht op het contact van moeder tot moeder, zij kunnen algemene informatie over borstvoeding geven en voor meer diepgang doorsturen naar de lactatiekundige. Gedragsregels en opleiding voor vrijwilligers zijn vastgelegd door de organisatie, bijvoorbeeld door La Leche League.

DE LACTATIEKUNDIGE

Naast lactatiekundigen IBCLC zijn er in Nederland ook hulpverleners werkzaam onder de titel lactatiekundige zonder internationale certificering. Belangrijk onderscheidt met de lactatiekundige IBCLC is dat de laatstgenoemde verplicht is om bijscholingspunten te verwerven als bewijs van permanente vorming. Elke 5 jaar dient de IBCLC dit te bewijzen. In Nederland wordt lactatiekundige zorg enkel en alleen vergoed wanneer deze geboden wordt door een internationaal gecertificeerd lactatiekundige; een lactatiekundige IBCLC. Binnen de LKL zijn alleen lactatiekundigen IBCLC werkzaam.

DE LACTATIEKUNDIGE IBCLC

  • Is een borstvoedingsspecialist die naast een specialistische opleiding middels Internationaal (d.m.v. examen) gecertificeerd is door de IBLCE.
  • Moet elke 5 jaar opnieuw certificeren op basis van scholingspunten en praktijkuren.
  • Komt in beeld als een normale borstvoedingssituatie afwijkt van de normale situatie, maar kan ook voor ‘normale’ borstvoedingssituaties als extra begeleiding gevraagd worden.
  • Geeft scholingen en voorlichtingen aan ouders én professionals, en is opgeleid en bevoegd om beleid te formuleren en uit te voeren.
  • Is opgeleid om nieuwe wetenschappelijke inzichten te interpreteren en implementeren in de dagelijkse praktijk.
  • Werkt holistisch; dat betekent dat zij zich niet uitsluitend richt op het voedingsproces. De overdracht van melk is een onderdeel van het borstvoedingsproces en de borstvoedingsrelatie tussen moeder en kind.
  • Beschikt over een veelheid aan competenties, vastgelegd in het beroepsprofiel van de NVL en de IBLCE.